De aardkastanje is een meerjarig knolgewas wat inheems is in West-Europa en tot een hoogte kan groeien van 60cm. De Bunium Bulbocastanum staat op de rode lijst en behoort tot de bedreigde en zeer zeldzame planten in Nederland. Alleen in Zuid Limburg komt de Aardkastanje sporadisch voor in kalkgraslanden.
De plant houdt van diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en groeit het best in de volle zon.
De plant is te herkennen aan zijn specifieke bladvorm, namelijk driehoekig, twee tot drievoudig gevederd. De bladeren kunnen worden gebruikt als kruid, ze doen een beetje aan peterselie denken. De knolvorming is heel plotseling en vrijwel geheel rond. In de herfst sterven de bovengrondse delen af en overwintert de winterharde knol.
De knollen smaken zeer goed, ze kunnen zowel rauw als gekookt gegeten worden. De smaak lijkt op die van gepofte tamme kastanjes.
De plant bloeit met schermen van witte bloemetjes die onder meer insecten zoals hommels en zweefvliegen aantrekken. De larven van zweefvliegen eten bladluizen. Zowel de bloemen als de zaden kunnen als kruid gebruikt worden.
Vegetatieve vermeerdering is heel goed mogelijk door splitsing van de worteldelen in het vroege voorjaar als de plant begint uit te lopen.
Vermeerdering uit zaad is mogelijk maar om enigzins acceptabele kiemgetallen te krijgen dient er een koude stratificatie plaats te vinden.