De aardaker is een meerjarig winterhard knolgewas en komt van nature in Nederland en de rest van Europa voor.
De plant kan tot 1,2 meter hoogte groeien, houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.
De aardaker behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen.
De plant bloeit met mooie paarse bloemen waar in het verleden wel parfum uit is gewonnen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen, en worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven.
Vroeger werd deze plant veel als groente gegeten en zelfs uitgevoerd naar Frankrijk. Vandaar dat de plant de naam Hollands muisje kent. De knolletjes worden als aardappels gekookt of net als tamme kastanje’s gepoft. Ze kunnen ook tot plantaardige olie verwerkt worden. De bloemen, jonge scheuten en zaadpeultjes zijn ook eetbaar.
Een oud recept: knolletjes 1uur koken, pureren en met melk en kruiden opdienen.