De hartnoot, ook wel bekend als Japanse walnoot komt van origine voor op de eilanden Japan en Sakhalin. De boom kan tot 20 meter hoog en tot 15 meter breed worden. De hartnoot houdt van een diepe ietwat vochtige en licht alkalische grond. De hartnoot staat het liefst in de volle zon en op een plek beschut tegen al te sterke wind. De hartnoot is van nature bestand tegen de kankerziekte waar de boternoot door wordt gevelt. De boom kan meer dan 100 jaar oud worden en het kan een jaar of 4 duren na aanplant voordat de eerste noten worden geproduceerd. De boom is eenhuizig, ze bevat zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen vormen lange groene naar beneden hangende slierten (katjes), de vrouwelijke bloemen staan rechtop en bloeien roze/rood. De hartnoot wordt door de wind bestoven. De plant is zelfbestuivend. De boom dankt de naam aan de vorm van de noot die in dwarsdoorsnede lijkt op een hart. De noot is vers te eten, makkelijk te kraken en heeft een zoete smaak zonder een bittere nasmaak zoals die vaak bij zwarte noten wordt gevonden. De noot kan ook worden gebruikt in gebak en taarten. Het hout van de hartnoot kan worden gebruikt voor het maken van kasten. De ondersoort juglans ailantifolia cordiformis, ook wel bekend als echte hartnoot, wordt specifiek genoemd door de plants for a future database. Er is ook een kruising van de echte hartnoot (juglans ailantifolia cordiformis) en de boternoot (juglans cinerea) die bekend staat als de Buartnoot. |