De zwarte bes komt van nature in West-Europa voor. De struik kan tot 1.5 meter hoog groeien, heeft een voorkeur voor voedselrijke vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als in de zon staan.
De zwarte bes bloeit met kleine groen paarse weinig opvallende bloemetjes. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen, en worden door insecten bestoven. De plant is zelfbestuivend, maar kruisbestuiving kan tot meer en grotere bessen leiden. Het kan daarom handig zijn een paar verschillende varianten aan te planten.
De vrucht kan tot 10mm groot worden en heeft een typische smaak. De bessen kunnen vers worden gegeten maar niet iedereen vindt ze lekker. De bessen worden onder meer gebruikt om te verwerken tot sap, jam (hoog pectinegehalte), likeur en ook de frisdrank casis wordt van de zwarte bes gemaakt.
De bladeren kunnen als thee gebruikt worden die verzachtend kan werken bij een zere keel en keelontsteking. De bladeren geven daarnaast een lekkere geur af.
Je kunt relatief gemakkelijk de zwarte bes vermeerderen door zogenaamde afleggers te maken. Om een aflegger te maken graaf je een tak die al laag bij de grond groeit aan het eind van het seizoen in. Dit doe je door een beetje aarde over de tak heen te schuiven. Ook kun je een wat hoger groeiende tak voorzichtig omlaag buigen en met wat aarde ingraven. Als het seizoen weer start (maart) graaf je de tak weer uit. Als alles goed gegaan is heeft de tak op de plaats waar deze was ingegraven wortels gekregen en je kunt dan de verbinding met de moederplant verbreken via snoei bijvoorbeeld. Je hebt zo een mooie nieuwe plant die je elders in de tuin kunt zetten of kunt weggeven. Deze methode werkt prima voor eigenlijk alle ribes soorten.
Voor een overzicht van de best eetbare niet Europese ribes soorten (de Europese soorten staan allemaal in deze database) kun je eens zoeken in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org)