De Siberische kiwi, soms ook sierkiwi genoemd is een telg uit de kiwi familie (Actinidia). Actinidia kolomikta komt van nature voor in Japan, Noord-China en Mantsjoerije.
Het is een zeer winterharde soort die temperaturen van –30 ºC tot –40 ºC kan overleven. In Europa is de plant rond het midden van de negentiende eeuw in cultuur genomen.
De klimplant wordt 2–4 m hoog en heeft slanke, paarsbruine stengels. De bladeren zijn hartvormig, grofgetand en 7,5–16 cm lang. Bij jonge planten zijn de bladeren groen met rode bladranden. Bij planten vanaf twee jaar oud worden de bladpunten wit en verkleuren ze later naar rozerood. Om deze reden wordt de plant soms ook alleen voor de sier aangeplant. Vaak wordt alleen de mannelijke vorm gekweekt vanwege de sierwaarde van het bontgekleurde blad.
Het is een tweehuizig plant, de mannelijke en vrouwelijke bloemen komen op aparte planten voor. Het is dus nodig om meerdere planten aan te planten en bij voorkeur wat meer vrouwtjes dan mannetjes als het om de vruchten gaat. De plant bloeit van mei tot juni. De bloemen zijn circa 1 cm groot, wit en lichtgeurend. De vruchten zijn gelig, ovaal van vorm, 2,5 cm lang en zoet van smaak.
In de Plants for a Future database zijn nog meer eetbare kiwi's te vinden, je kunt deze bekijken door bijvoorbeeld te zoeken daar met de familienaam Actinidiaceae.
Wil je zelf een bijzondere kiwi in de tuin neem dan even contact op met kiwi-expert Christian de Kezel via (kiwifruit@skynet.be)