Valse salomonszegel komt van origine uit Noord-Amerika. De plant kan tot 1 meter hoog worden. Valse salomonszegel houdt van vochtige, voedselrijke grond en groeit zowel in de volle schaduw als in de halfschaduw. Het is een goede bodembedekker voor in een meerlagig voedselbos. Het is een langzaam groeiende plant maar ijzersterk en heeft een kruipende wortelstok. Een prachtige groene bladplant met sierlijke, dicht bebladerde stelen waarvan het blad in het najaar warm goudgeel verkleurt.
De jonge scheuten enjonge bladeren kunnen worden gekookt worden gegeten, de bereiding is een beetje zoals spinazie en/of asperges.
De plant bloeit met crèmewitte bloempluimen. De enigszins gebogen bloeitrossen ontluiken in mei en zijn tot 15 cm lang. De bloemen worden bestoven door insecten. In het najaar verschijnen er koraalrode bessen. Deze bessen kunnen rauw gegeten worden en worden verwerkt in jams en sauzen. Het fruit is klein maar zit in grote hoeveelheden bij elkaar waardoor het gemakkelijk te oogsten is. Het heeft een lekkere bitter zoete smaak. Beperk de consumptie van het fruit enigzins omdat het een laxerende werking kan hebben. Een eetbaar familielid die in ons klimaat ook groeit is de Smilacena stellata. |