De blauwe bosbes komt van nature voor in het noorden en midden van Europa. De Europese soort is een lage struik die 20 tot 50cm hoog wordt en heeft een vochtige goed doorlatende zure grond nodig (PH 4-6). De plant tolereert schaduw maar staat het liefste in de halfschaduw of in de volle zon.
De kalkmijdende plant groeit voornamelijk in open bossen (zowel in loofbossen als naaldbossen), op heide en veen in de gematigde en subarctische gebieden in de wereld (Europa, Noord-Azië, Japan, Noord-Amerika en zelfs lokaal nog in Groenland).
De kruikvormige bloemen zijn roze en hebben een groene waas. De bloemen zijn met hun open einde naar beneden gericht. De bloeitijd is van april tot juni, met soms een tweede bloei in de herfst. De bestuiving gebeurt meestal door hommels, maar ook door andere insecten zoals wespen. Bovendien kan de blauwe bosbes zichzelf bestuiven.
Kort na het uitbloeien van de roze, bolronde bloemen ontstaan er op stengels, ouder dan 3 jaar, zwartblauwe bessen (tot 10mm grootte), bedekt met een waas. Elke bes kan tot veertig zaadjes bevatten. Het sap is purperkleurig. De bessen zijn vers goed eetbaar. Daarnaast kunnen ze worden gebruikt voor jam of voor gebak. De bessen worden als zeer gezond gezien,vooral vanwege het hoge gehalte vitamine C.
In deze database staan de best eetbare vaccinium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare vaccinium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke vaccinium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).