De Yacon, soms ook appelwortel genoemd, is een plant die zijn oorsprong vindt in de Andes, maar inmiddels al op meerdere plekken op de wereld wordt geteeld. Ook in Nederland wordt de Yacon door telkens meer mensen verbouwd in de moestuin.
De plant kan tot één meter hoog en 60cm breed groeien, groeit het liefst op een diepe, voedselrijke ietwat vochtige grond en heeft volle zon nodig.
De plant vormt twee soorten knollen. Kleine knollen, die zich onder de wortelkroon bevinden, deze worden ook wel broedknollen genoemd. Daarnaast vorm de Yacon zeer grote knollen die als energie opslag knollen fungeren, dit zijn de opslag- of eetknollen.
De knollen en planten vriezen in de winter dood. Je kunt de broed- en eetknollen echter goed opslaan en bewaren door ze vorstvrij te houden. De eetknollen kun je gebruiken voor consumptie en de broedknollen kun je het jaar ernaar opnieuw planten om nieuwe planten te krijgen.
De yacon geeft in ons klimaat een zeer goede opbrengst. Er zijn al meerdere vermeldingen van opbrengsten van circa 20 kg. per plant. Deze opslag knollen kunnen op veel verschillende manieren bereidt worden.
De smaak van de rauwe knollen is als een frisse verse appel/meloen combinatie, zeer friszoet en zeer sappig. Van frisse fruitsalades tot warme schotels, alles is mogelijk. Hier zijn verschillende recepten te vinden.
Verder is er op zeer eenvoudige wijze een siroop van te maken die heerlijk zoet is, maar bovenal zeer veel gezonder is dan andere siropen gemaakt van geraffineerde suikers.
Van de enorme bladeren is een heel speciale thee te zetten waar je de suiker weg kunt laten en die uiterst geschikt is voor diabetici.