Hoe werkt het?

Er zou gezegd kunnen worden dat alle levende organismen 1 gezamenlijk doel hebben. Dat doel is voortbestaan. Elk levend organisme van pissebed tot zebra tot mens probeert zo goed mogelijk voort te bestaan. Permacultuur is op een langdurige overleving van de mens in samenwerking met de natuur gericht. De mens wordt hierbij gezien als onderdeel van het totale ecosysteem. De mens is voor veel belangrijke functies afhankelijk van de natuur. Om te begrijpen hoe we in samenwerking met de natuur een langdurig functioneel ecosysteem kunnen ontwerpen moeten we de hoofdprincipes van een ecosysteem begrijpen.

1. Ecologische hoofdprincipes

In de natuur zijn een paar ecologische hoofdprincipes te onderscheiden. Deze zijn: de zon die zorgt voor licht en warmte, de regen die zorgt voor zoet water en als laatste de wind. De zon veroorzaakt met haar straling de zoetwatercyclus en is tevens hoofdoorzaak van de wind. De zon is als het ware de batterij waar de gehele natuur op loopt. Vandaar dat we met haar beginnen.

De zon, licht en warmte

De aarde draait in 365,25 dagen rond de zon. Daarnaast draait de aarde elke 24 uur om haar eigen as heen. Deze twee cycli zorgen voor de verschillende seizoenen die we op aarde kennen en het verschil tussen dag en nacht. Planten zijn gevormd aan de hand van deze twee cycli.

Bij ons in Nederland hoor je vaak dat druiven op de zuidmuur moeten groeien omdat ze veel zon nodig hebben. Druiven zijn hier niet de enige planten in, elke plant heeft een voorkeur voor een bepaalde hoeveelheid licht en warmte. Meestal geldt in Nederland hoe meer hoe beter. Als je je permacultuur systeem ontwerpt moet je goed rekening houden met de hoeveelheid zon die je systeem bereikt; voedingstoffen en water kunnen later geregeld worden. De hoeveelheid zon is alleen bij het aanplanten van het permacultuursysteem te regelen. Bepaal daarom waar de zon op het hoogste punt staat en hoe je je systeem om dit punt heen kunt ontwerpen.

Ook met het bouwen van woningen kun je met deze methode veel energie besparen door de woongedeeltes op de zon gericht te bouwen. Zeker in combinatie met klimplanten zoals druiven of kiwi`s. In de zomer nemen ze met hun bladeren veel zon op en zorgen voor schaduw binnen, in de winter hebben ze al hun blad verloren en kan de zon volop de huiskamer verwarmen.

De regen, zoet water.

Gelukkig hoeven we ons in Nederland zelden zorgen te maken over een gebrek aan regen, vandaar dat ons land zo groen is. Water is belangrijk voor alle organismen, wij bestaan er ook voor 70% uit. Planten hebben water nodig voor de fotosynthese, het proces waarbij ze zonne-energie omzetten in organisch materiaal. Water gaat in een cyclus rond, boven zee verdampt het onder invloed van de zon en op het land komt het weer naar beneden als regen en stroomt het uiteindelijk weer naar de zee. In een goed permacultuur systeem probeer je het water zo vaak en zo optimaal mogelijk te gebruiken voordat het je systeem verlaat.

De wind, luchtstromen

De wind kan een grote invloed hebben op de groei van planten. Bij ons brengt de wind uit verschillende richtingen verschillende warme of koude luchtstromen met zich mee. De noordenwind is vaak aanzienlijk kouder dan de zuidenwind. Hoewel je weinig aan de windrichtingen kunt doen kun je met behulp van slim plannen koude wind uit je systeem houden. Om dit goed te doen moet je bepalen wat de overheersende windrichting is, wat de windrichting is waar de koudste wind vandaan komt en de windrichting waar de sterkste winden vandaan komen. Als dit bepaald is kun je je permacultuursysteem zo inrichten dat de wind letterlijk om je tuin geleid wordt.

De ecologische hoofdprincipes gecombineerd.

De drie ecologische hoofdprincipes zijn sterk met elkaar verbonden en vormen de basis voor elk succesvol permacultuurontwerp. Een aantal voorbeelden:
Hier in Nederland is de zon de beperkende factor voor verschillende planten. Vandaar dat deze bomencirkel erop gericht is zo veel mogelijk zon in te vangen.

De bomen zijn door de halve cirkel vorm zoveel mogelijk op het zuiden gericht en concureren hierdoor minimaal met elkaar voor licht. De vijver in dit bovenaanzicht zorgt ervoor dat het zonlicht wordt gereflecteerd en zo voor extra zonlicht voor de planten in de cirkel zorgt. Het water van de vijver is hier lekker beschut en zal snel warm worden, een ideale plaats om in te zwemmen. Dat is de essentie van permacultuur; door slim te ontwerpen voordelen voor de natuur en de mens te maken in één systeem.

Een ander voorbeeld: Hier zie je dat je met dezelfde bomencirkel de zon opvangt en daarnaast ook de wind om je systeem kunt leiden. Dit doe je door de halve cirkel met zoveel mogelijk van de "7 lagen planten" vol te planten. Het liefst met planten die voedsel produceren of een andere nuttige functie hebben.

Nu heb je een plek gecreëerd met veel zon en weinig wind, ideaal om planten te verbouwen die veel warmte nodig hebben. Het idee van de bomencirkel kun je natuurlijk ook omdraaien, je kunt dan een plaats creëren waar bijna geen zon komt en het zo goed als windstil is. Deze toepassing is bijvoorbeeld heel handig in droge gebieden. Op het volgende plaatje zie je een gegraven geul met golfbewegingen, in de permacultuur ook wel swale genoemd, waar water doorheen stroomt.
De bomen schermen hier het water af van de zonnestraling met hun schaduw. Hierdoor verdampt het water minder snel. Daarnaast breken ze de wind waardoor het water ook minder snel verdampt. Deze methoden zijn erg bruikbaar in gebieden waar weinig water voorkomt zoals in Afrika en het geboorteland van permacultuur, Australië.
Na deze drie voorbeelden is het leuk om zelf een aantal systemen te verzinnen, een fruitpergola bij de voordeur, een windstille zithoek met hazelnoten, een kruidentuin vlak bij de keuken voor verse tuinkruiden etc. Een goed boek om je door te laten inspireren is:

Earth User`s Guide to Permaculture
by Rosemary Morrow
ISBN: 0-86417-514-0

2. Kijken naar een organisme.

Om een functioneel permacultuursysteem goed in te richten is het van belang de juiste organismen uit te zoeken. Om deze organismen te kunnen selecteren gaat permacultuur uit van een aantal richtlijnen.

Om te beginnen heeft permacultuur een indeling gemaakt van 7 verschillende plantlagen. (zie woordenboek en de downloadbare cursus voor details) Daarnaast probeert permacultuur ieder organisme meerdere functies te geven en elke functie in een systeem door verschillende organismen te laten ondersteunen. Je probeert elk organisme wat je plant minimaal 3 functie`s te geven, hierdoor krijg je een uiterst efficiënt systeem en blijf je constant creatief denrken en zoeken naar betere oplossingen. Om te leren hoe je nuttige functies kunt leren herkennen, leren we kijken naar een organisme. Simpel observeren is de truc, al zal je versteld staan hoe moeilijk sommige mensen het vinden om objectief en praktisch naar een organisme te kijken.
Je stelt jezelf bij elk organisme 3 vragen:

1) Wat is het voor organisme?

2) Wat doet het, wat heeft het voor eigenschappen?

3) Wat kun je van dit organisme nuttig gebruiken?

Probeer deze vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden, laat geen dingen weg omdat ze niet nuttig lijken.

Een voorbeeld, neem de kruisbes.

1) Wat is het voor organisme?
Het is een struik, het is een dichte struik, het is een struik met stekels en fruit en groene bladeren. Het heeft wortels.

2) Wat doet het, wat heeft het voor eigenschappen?
Het houdt grond vast, het zet koolstofdioxide, voedingstoffen en water om in bladeren en eetbare vruchten met behulp van licht. Het stekelt met de doornen.

3) Wat kun je van dit organisme nuttig gebruiken?
Het fruit kun je eten, de stekels kunnen voor een levende omheining worden gebruikt tegen dieren. De struik zelf kan wind wegvangen en de wortels geven structuur aan de grond. Deze struik zou dus erg goed in wind of zonnecirkel kunnen staan.

Deze kruisbes heeft meerdere functies, een daarvan is het geven van fruit. Als je gebruik maakt van verschillende planten die fruit geven, denk aan frambozen, bramen, aardbeien, appel-, peren- en pruimenbomen. Dan zie je dat de functie van fruit leveren door meerdere organismen wordt ondersteund. Dit is de 2de van de 3 allerbelangrijkste principes. Eén organisme heeft meerdere functies en elke functie wordt door meerdere organismen ondersteunt.

Om een voorbeeld te geven hoe dit al gebruikt is in verschillende Afrikaanse landen. Veel rondtrekkende nomadenstammen kappen hout om een afrastering voor hun vee te bouwen in de nacht. Dit draagt enorm bij aan de bodemerosie, omdat de grond haar structuur verliest en daarmee zorgt het voor verwoestijning van het gebied. Een oplossing hiervoor, door simpelweg even logisch na te denken over de dingen, is de stekelomheining. Ze planten nu van de meest droogtebestendige grote stekelstruiken in een cirkel. Hier wordt een klein gat in gemaakt wat afgesloten kan worden met een paar stukken touw of een hek waar het vee nu s`nachts in gestald kan worden. Er is geen houtkap meer nodig, sterker nog er worden extra struiken geplant en dat scheelt enorm in de verwoestijning.

Loesje zei het al: Het lijkt simpel, en dat is het ook.

Nog een voorbeeld, maar nu een dier wat je in je systeem kan zetten. laten we de kip nemen.

1) Wat is het voor organisme?
Een dier, een grondvogel met veren. 2 poten 2 vleugels een kop en een lichaam.

2) Wat doet het, wat heeft het voor eigenschappen?
Wormen en plantenresten opeten en omzetten in kip, eieren leggen, kuikens krijgen, de grond omwoelen, schijten, kakelen en ruien.

3) Wat kun je van dit organisme nuttig gebruiken?
De kip om te eten, de eieren, de mest, het omwoelen en misschien de veren.

Door deze vragen is het makkelijker om nuttige organisme in je permacultuursysteem te plaatsen. Daarnaast kom je veel sneller op leuke ideeën en praktische oplossingen voor problemen.

3. Combineren en Zoneren

We kunnen nu een ontwerp van een permacultuursysteem maken en we kunnen de goede organismen selecteren voor dit ontwerp. Nu het laatste hoofdprincipe. Tijd verdelen over je tuin door zone`s aan te leggen. Deze zone`s lopen vanuit het huis waar je vaak bent tot ver van het huis af waar je enkel zo nu en dan eens komt. Voor het gemak kunnen we de gehele lengte van dit gebied indelen in 6 verschillende zone`s.

Zone 0, is de zone van jezelf, het huis, de plaats waar je je terug kunt trekken en je veilig voelt. Waar je goed voor jezelf en voor de rest van het gezin zorgt.

Zone 1, is de zone direct rond het huis, het is handig om hier planten neer te zetten die je vaak gebruikt en veel aandacht nodig hebben zoals groenten en kruiden. Dan kun je ze lekker dichtbij, vers plukken voor elke maaltijd.

Zone 2, is iets verder weg, hier liggen de grotere groentebedden, planten die je minder vaak gebruikt en die minder aandacht nodig hebben. Daarnaast passen een kippenhok, kassen en een wateropvanginstallaties ook in deze zone.

Zone 3, is de landbouwzone, hier telen we aardappelen, granen en knollen en liggen de meeste heggen en windkeringen die voor het huisklimaat van belang zijn waardoor we veel energie kunnen sparen.

Zone 4, is de zone van weinig beheer, grootvee dat graast, houtplantages en verder laten we er wild fruit groeien.

Zone 5, is de zone waar we als mensen niets meer doen behalve er zijn. Dit is de natuur zoals deze zich zonder actief ingrijpen van de mens laat zien. Door deze zone bouwen we een natuurlijk bestand van bacteriën, bodemdieren en insecten op die ons in de zone`s eronder van dienst kunnen zijn.
Hier de verschillende zone`s aangegeven, Zone 4 en Zone 5 staan niet op dit plaatje.
Als je dit ook hebt gesnapt dan snap je de basis van permacultuur. Nu heb je genoeg basiskennis om een praktische, leuke en lekkere tuin te maken. Als je meer wilt met permacultuur kun je de cursus downloaden en voor jezelf gaan doen, Wil je er daarna nog meer van weten dan kun je een permaculture workshop volgen van 2 weken waarna je een diploma krijgt en zelf les mag geven.

In het woordenboek worden nog een aantal begrippen uitgelegd die erg handig zijn voor het maken van een eetbare tuin, bijvoorbeeld de 7 lagen planten, stikstof-fixerende bacteriën die samenwerken met je planten, mulchen en de hulp van de mycorhiza schimmel.

Naar de Cursus